Gods toorn geeft perspectief
Wie over toorn van God nadenkt krijgt vaak een beetje kippenvel. Het is voor velen niet prettig om over de toorn van God en wat de Bijbel daarover zegt na te denken. Soms hebben we herinneringen aan nare preken of dominees die wel erg goed waren in het schilderen van Gods toorn met alle mogelijke verschrikkelijke aspecten die daarbij horen. Bij wijze van spreken voelde je al een beetje de hitte van de hel.
Wist u dat het woord toorn ongeveer twee maal zo vaak voorkomt in de Bijbel als liefde. Jezus zelf sprak meer over de hel dan over de hemel. Waarom zou dat zijn?
De Bijbel kent verschillende woorden die vanuit het Hebreeuws en Grieks vertaald zijn. Die verschillende woorden kennen ook verschillende aspecten die in onze taal niet zo goed meer te herkennen zijn. We gebruiken woorden als toorn, boosheid, gramschap, grimmigheid. De oorspronkelijke talen laten soms zien dat er hitte bij zit, het trillen van de neusvleugel, gebrokenheid, bitterheid, verontwaardiging. Het woord gramschap is bijvoorbeeld weer te herleiding tot grommen en donderen. Wanneer we al die aspecten goed overdenken dan ontdekken we dat bij toorn het hele wezen van de toornende persoon betrokken is. Het is niet kil en koud, maar betrokken en vol emotie.
Wat belangrijk is bij toorn is dat er rechtvaardigheid bij hoort. Toorn is niet een ongeremde drift of woede aanval, maar een gedoceerde en terechte boosheid of verontwaardiging. Dat is helemaal niet zo vreemd. Als mensen kennen we dat ook. U kunt vast wel voorbeelden bedenken over zaken, situaties of personen waar u terecht boos werd omdat het niet recht was. Wanneer we nadenken over Gods toorn moeten we dat dus goed voor ogen houden. Het is zeker niet zo dat God wil straffen en mensen met allerlei vreselijke dingen wil dreigen. Maar God die heilig en rechtvaardig is kan wat krom niks niet verdragen, dat roept Zijn toorn op, terecht.
Toorn, mits het gaat om rechtvaardige toorn werkt herstel uit en geeft dus perspectief. Daarom ben ik ook blij dat we een rechtvaardig God hebben die rechtvaardig toornig is. Toorn legt immers de vinger bij de gebrokenheid, bij de overtreding, zoals boven beschreven niet koud en kil, maar betrokken en vol emotie. Zoals wij toornig kunnen worden en ingrijpen om een kromme situatie weer recht te maken, zo zal de Here God ingrijpen om het kromme van de wereld weg te nemen. In Zijn ijver zal God, zogezegd door Zijn hitte, Hij is een verterend vuur, wegbranden wat niet past bij het heilige karakter, bij wat goed is, daardoor komt er herstel en heling. Dat is ook precies wat we keer op keer in de Bijbel zien, daar waar mensen overtreden en zondigen daar grijpt God in en bewerkt herstel. Helaas mensen blijven zondaren.
Ook van de Here Jezus lezen we dat Hij toornig zal optreden. Dat lezen we in Openbaring 6:16,17 “En zij zeiden tegen de bergen en de rotsen: Val op ons en verberg ons voor het aangezicht van Hem Die op de troon zit, en voor de toorn van het Lam. Want de grote dag van Zijn toorn is aangebroken en wie kan dan staande blijven?” . Duidelijke woorden die heel anders zijn dan de vaak zoetige voortelling die gegeven wordt van de lieve Here Jezus met groot aaibaarheidsfactor. Maar juist ook in die tekst wordt duidelijk dat de toorn bedoeld is om te zuiveren en te herstellen. Wanneer we eerlijk zijn weten we dat we allemaal zondaren zijn en onder de gerechtvaardigde toorn van God (en het Lam) zouden vallen. Toch hoeft dat niet en het is denk ik daarom dat we in de Bijbel zo dikwijls lezen van Gods toorn en daarom dat Jezus zo dikwijls van de hel sprak. Dat is niet om ons bang te maken, maar om ons te waarschuwen. Johannes 3:16 kennen veel mensen wel, maar Johannes 3:36 veel minder, daar lezen we: ”Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven, maar wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem”. In Jezus Christus vindt de scheiding plaats. Gods gerechtvaardigde toorn die voor ons bedoeld was, kwam op Zijn Zoon. Wie dat ernstig neemt en in de Zoon gelooft zal leven.
In 1 Thessalonicenzen 1:10 wordt aan gelovigen hoop gegeven met de woorden: “en Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, Die Hij uit de doden heeft opgewekt, namelijk Jezus, Die ons verlost van de komende toorn” . In hoofdstuk 5:9 van die zelfde brief lezen we: “Want God heeft ons niet bestemd tot toorn, maar tot het verkrijgen van de zaligheid, door onze Heere Jezus Christus” .
In Openbaring 15:9 lezen we, we zitten dan midden in de periode van het woeden van Gods toorn: “
En ik zag een ander teken in de hemel, groot en wonderbaarlijk: zeven engelen met de zeven laatste plagen. Want daarmee zal de toorn van God tot een einde gekomen zijn”.
Gods toorn zal het vuile, onreine alles wat met de zonde te maken heeft wegnemen. Het is door Christus dat wij aan dit woeden van Gods toorn onttrokken mogen zijn. Daarop belooft de Bijbel een nieuwe hemel en aarde, prachtig toch. Wanneer Johannes dat alles beschrijft lezen we wat er niet meer zijn zal: geen tranen, geen dood, geen rouw, geen jammerklacht of moeite. Het is Gods toorn die de loutering realiseert. Dat is het heerlijke perspectief van Gods toorn.
Ds. Henk Schouten