Lezen : 1 Kor. 15 : 1 – 28

De opstanding der doden.

Vandaag de dag hoor je nog wel eens, dood is dood. Ik geloof niet in een leven na dit leven. Dat zijn fabeltjes of sprookjes. En als het anders is, dan zie ik het wel. Men maakt zich daar niet zo druk over. Daarnaast hoor je allerlei sprookjes over dat de overledene als een engeltje op een wolk zit, of als een sterretje aan de hemel staat. Men gelooft wel in een soort voortbestaan na dit leven, maar men weet of kan daar geen vorm aan geven dan door er alleen maar menselijke gedachtespinsels van te maken. Hoe anders is dat bij een christen, die wel hoop heeft op een leven na dit leven en dan niet in negatieve zin, maar als een glorieus ingaan in heerlijkheid door de belofte van de Here Jezus Christus, dat eenieder die in Hem gelooft niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat niet in de gedachten van een mens kan opkomen. Paulus mocht daar niet over spreken, Toch leert hij dat er een opstanding is. Dit leven heeft niet het laatste woord, maar er is een leven na dit leven. Zelfs in het Oude Testament lezen wij over het geloof in de opstanding. Overledenen werden tot hun vaderen vergaderd in het dodenrijk. Gen15:15 En gij zult tot uw vaderen gaan met vrede; gij zult in goeden ouderdom begraven worden.

1 Kon. 2:10 En David ontsliep met zijn vaderen, en werd begraven in de stad Davids. Zij werden vergaderd tot hun vaderen, maar hadden ook hoop op een opstanding.

Neem Job, die zegt in 1: 25 Ik weet echter: mijn Verlosser leeft, en Hij zal ten laatste over het stof opstaan. 26 En als zij na mijn huid dit doorknaagd hebben, zal ik uit mijn vlees God aanschouwen.27 Ik zelf zal Hem aanschouwen, en mijn ogen zullen Hem zien, niet een vreemde;
mijn nieren bezwijken van verlangen in mijn binnenste.
Jes. 26:19 Uw doden zullen leven, ook mijn dood lichaam, zij zullen opstaan; waakt op en juicht, gij, die in het stof woont! want uw dauw zal zijn als een dauw der moeskruiden, en het land zal de overledenen uitwerpen.
Ps. 17:15 Ik echter zal in gerechtigheid Uw aangezicht aanschouwen; ik zal, wanneer ik ontwaak, verzadigd worden met Uw beeld.
Zij verwachten de opstanding op de laatste dag met het grote eindoordeel over deze wereld.

Echter door de opstanding van Jezus Christus uit het graf kwam er een nieuw perspectief. In plaats van een dodenrijk kwam er een Paradijs waar de gelovigen bewaard worden tot de opstanding der doden. De macht van de zonden en de macht van de dood is door Christus overwonnen en voor gelovigen betekent dat eeuwig leven met Hem die de dood heeft overwonnen.

Als we dan 1 Kor. 15 lezen dan zien we hoe belangrijk Paulus dit onderwerp vindt. In vers 2 zegt hij dat hij de blijde boodschap verkondigd heeft om het vast te houden, tenzij dat gij tevergeefs geloofd hebt. En wat is dat tevergeefs? Paulus is in Christus gaan geloven, omdat Hij aan hem verschenen is, waardoor hij overtuigd raakte van het feit dat Christus uit de doden is opgestaan. Dit overtuigde hem dat de waarheid in Christus is en niet in de wet of het Farizeïsme. Hij werd wederom geboren in een nieuw leven, een geestelijk leven met Christus waarin de opstanding en een eeuwig leven met Christus centraal kwam te staan. Zonder geloof in de opstanding der doden dan is uw geloof en onze prediking ijdel zegt hij in vers 14. Dan geloven wij tevergeefs en zijn wij nog in onze zonden zegt hij in vers 17. Wat is onze hoop dan nog? De hoop van een Christen is juist dat Christus is opgestaan uit de doden en belooft heeft dat eenieder die in Hem gelooft ook op zal staan tot een eeuwig leven met Hem in Zijn koninkrijk, waar geen verdriet meer is, maar volkomen vrede. Geen tranen, geen rouw,

noch ziekte, geen oorlog, alles in volkomen harmonie met onze geliefde Heiland. Wij zijn geborgen in Hem. Daar mogen we in ons aardse leven al iets van proeven en zal straks ten volle werkelijkheid worden. Door deze hoop is dit een kerngegeven in ons christelijk geloof en zonder die hoop is ons geloof ijdel. Hoe zal die opstanding dan zijn en hoe moet je dit dan uitleggen?

De vraag waarvoor wij ons dan gesteld zien is de vraag wat wordt er in de Bijbel dan bedoeld met de opstanding der doden?

De vraag is niet nieuw want zelfs de apostelen vroegen zich onder elkaar af in Marc. 9 : 10 wat het was uit de doden op te staan. En zij hielden dit woord vast en stelden onder elkaar de vraag wat dat was, uit de doden opstaan.

De vraag waarvoor wij ons dan gesteld zien is de vraag wat wordt er in de Bijbel dan bedoeld met de opstanding der doden?

De Joden, de Sadduceeën uitgesloten, geloofden zeker in de
opstanding der doden en dit vinden we o.a. terug in het verhaal
van de opwekking van Lazarus waar Martha zegt in Joh. 11 :
24, Ik weet dat hij op zal staan in de opstanding ten laatste
dagen. 
Maar toch vinden wij in Hand. 4 : 2 een opmerkelijke tekst. En terwijl zij tot het volk spraken, kwamen de priesters, de bevelhebber van de tempel wacht en de Sadduceeën op hen af, 2 geërgerd, omdat zij het volk onderwezen en in Jezus de opstanding uit de doden verkondigden.

De joodse leraren waren zeer ontevreden, want zij verkondigden in Jezus de opstanding uit de doden. Geloofde men in een opstanding dan geloofde men in een algemene opstanding van de doden ten laatste dage en niet in een opstanding van tussen de doden uit. In tegenstelling tot de algemene joodse verwachting van een opstanding van de doden, leerde men een opstanding van tussen de doden uit voor alle gelovigen overeenkomstig de opstanding van de Heere Zelf, die als Eersteling opgestaan was. Een gedeelte van de mensheid staat op, nl. dat deel dat gelooft in het volbrachte werk van de Here Jezus Christus, terwijl de rest van de mensheid, het ongelovige gedeelte in het graf blijft liggen.

In het Nieuwe testament moeten we dan argumenten kunnen vinden die dit onderwerp verder uitwerken en door middel van een aantal teksten over de opstanding van tussen de doden uit, proberen hier duidelijkheid in te krijgen.

Als eerste willen we noemen, Hand. 24 : 15, waar Paulus voor stadhouder Felix zegt, dat er een opstanding der doden wezen zal, beiden der rechtvaardigen en der onrechtvaardigen. Dus zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen zullen opgewekt worden.
Het verschil zien we in Joh. 5 : 28, 29 waar we lezen, Verwondert u daar niet over, want de ure komt, waarin allen, die in de graven zijn, Zijn stem zullen horen. En zullen uitgaan, die het goede gedaan hebben, tot de opstanding des levens, en die het kwade gedaan hebben tot de opstanding der verdoemenis.

Uit beide tekstgedeelten kunnen we dus opmaken dat de opstanding der rechtvaardigen een opstanding ten leven is en de opstanding der onrechtvaardigen een opstanding der verdoemenis en dus een oordeel inhoudt. Hier vinden we al een wezenlijk verschil nl. dat de opstanding der onrechtvaardigen een oordeel inhoudt en de opstanding der rechtvaardigen geen oordeel is, maar een ingaan ten leven is. Beide groepen hebben duidelijk een aparte bestemming.
Luk 14 : 14 zegt, want het zal u vergolden worden in de opstanding der rechtvaardigen. Als er nu een algemene opstanding zou zijn, waarin een ieder vergolden zou worden naar zijn werken of naar wat hij gedaan heeft, dan onderscheid de opstanding der rechtvaardigen zich niet van de opstanding der onrechtvaardigen, want dan had hier ook kunnen staan dat het u vergolden zal worden in de opstanding. Dan staat iedereen op en krijgt een ieder loon naar werken.

Met andere woorden de opstanding der rechtvaardigen onderscheidt zich niet alleen in karakter van de opstanding ten oordeel, maar moet dan ook een aparte

opstanding zijn. Waarom anders worden alleen in deze opstanding de rechtvaardigen genoemd en niet de onrechtvaardigen?
Ja zult u zeggen, maar in Joh. 5 : 28 staat de ure komt. Dat is dan een tijdstip, de ure. Dat klopt, maar neemt u nu eens Joh. 4 : 23 voor u. Daar staat, Maar de ure komt en is nu, wanneer de ware aanbidders de Vader aanbidden zullen in geest en waarheid.

Met andere woorden de opstanding der rechtvaardigen onderscheidt zich niet alleen in karakter van de opstanding ten oordeel, maar moet dan ook een aparte opstanding zijn.

Dat is het antwoord op de vraag van de Samaritaanse
vrouw of men op de berg of te Jeruzalem God moet aanbidden. In die ure leven wij nu en duurt reeds bijna 2000 jaren.
In 1 Joh. 2 : 18 vinden we een tekst van gelijke strekking, Kinderkens, het is de laatste ure, en gelijk gij gehoord hebt, dat de antichrist komt, zo zijn ook nu velen antichristen geworden, waaruit wij kennen dat het de laatste ure is. In die ure leven wij nog steeds en dat is ook bijna 2000 jaren.
We mogen dus ook concluderen dat de Bijbel ruimte geeft om die ure te interpreteren als een tijdperk van door ons ongekende duur en in dat tijdperk leven wij nu.

Zoeken we nu de volgende tekst op die voor ons onderwerp van belang is, nl. Luk. 20 : 35. Maar die waardig geacht zijn, deel te hebben aan die eeuw en die opstanding uit de doden, zullen niet huwen of ten huwelijk gegeven worden. Dit bevestigt dat er een aparte opstanding zal zijn, zowel in karakter als in tijd, want men moet waardig geacht worden voor die opstanding. Dit geeft een bijzondere opstanding aan. Voor een algemene en algehele opstanding hoeft men niet waardig geacht te worden. Paulus bevestigt dat, als hij zegt in Fil. 3 : 11 om op de een of andere wijze te mogen komen tot de opstanding uit de doden. Dat zou overbodig zijn als er maar een opstanding van de doden zou zijn voor iedereen. 1 Thess. 4 : 16 leert ons dan ook, dat die in Christus gestorven zijn, eerst zullen opstaan.

Gaan we nu naar Op. 20 : 6, Daar zegt de Heere tot Johannes, Zalig en heilig is hij die deel heeft in de eerste opstanding, over deze heeft de tweede dood geen macht. En in vers 5, Maar de overige der doden werden niet weer levend. Hier suggereert de eerste opstanding een tweede.

Alle doden staan dus niet tegelijkertijd op, zoals art. 37 van de gereformeerde geloofsbelijdenis stelt, maar er is een duidelijk onderscheid in karakter en tijd in de 2 verschillende opstandingen. Zoals eerder geconstateerd de opstanding der onrechtvaardigen houdt een oordeel in en de opstanding der rechtvaardigen kent geen oordeel, maar is een ingaan ten leven.

Als Hij zal wederkomen om te oordelen de levenden en de doden zoals de Geloofsbelijdenis van Nicea leert, dan zal dat niet een gezamenlijk oordeel zijn van gelovigen en ongelovigen. Dit oordeel zal de gelovigen niet treffen, want deze zijn verzoend met hun Heere en Heiland en zullen rechtstreeks verenigd worden met Hem en beoordeeld zijn/worden na hun sterven op grond van hun werken.
1 Cor. 3:14 Zo iemands werk blijft, dat hij daarop gebouwd heeft, (het fundament is Christus) die zal loon ontvangen. 15 Zo iemands werk zal verbrand worden, die zal schade lijden; maar zelf zal hij behouden worden, doch alzo als door vuur. Wat geen waarde had/heeft wordt vernietigd.

Met andere woorden de apostelen leerde een aparte opstanding van tussen de doden uit. Deze opstanding van de gelovigen zal samengaan met de opname van de nog levende gelovigen bij de

Met andere woorden de apostelen leerde een aparte opstanding van tussen de doden uit.

wederkomst van Christus zoals 1 Thess. 4: 16 ons leert. Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin van God neerdalen uit de hemel. En de doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan.17 Daarna zullen wij, de

levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, naar een ontmoeting met de Heere in de lucht. En zo zullen wij altijd bij de Heere zijn. Dus geen oordeel meer.
De rechtvaardigen komen dan ook niet in het grote witte troonsoordeel zoals genoemd in Op. 20:12 En ik zag de doden, klein en groot, voor God staan. En de boeken werden geopend en nog een ander boek werd geopend, namelijk het boek des levens. En de doden werden geoordeeld overeenkomstig wat in de boeken geschreven stond, naar hun werken. Dit is een beoordeling op grond van hun werken en niet op grond van hun geloof. Uit hun ongeloof blijken hun werken en dat is de grond van hun veroordeling. Rom. 2:5 Maar naar uw hardigheid, en onbekeerlijk hart, vergadert gij uzelven toorn als een schat, in den dag des toorns, en der openbaring van het rechtvaardig oordeel Gods. 6 Welke een iegelijk vergelden zal naar zijn werken;

Gelovigen zijn behouden op grond van hun geloof in Christus en verschijnen voor de rechterstoel van Christus om te worden beoordeeld op wat zij in geloof aan werken gedaan hebben voor Hem.

Zie hiervoor;

Rom. 14 : 12. Of ook u, wat minacht u uw broeder? Wij zullen toch allen voor de rechterstoel van Christus gesteld worden. 11 Want er staat geschreven: Zo waar als Ik leef, zegt de Heere: Voor Mij zal elke knie zich buigen, en elke tong zal God belijden. 12 Zo zal dan nu ieder van ons voor zichzelf rekenschap geven aan God.

2 Kor. 5 : 10, 10 Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus openbaar worden, opdat ieder vergelding ontvangt voor wat hij door middel van zijn lichaam gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad.

1 Kor. 3 : 11-15, Want niemand kan een ander fundament leggen dan wat gelegd is, dat is Jezus Christus. 12 Of nu iemand op dit fundament bouwt met goud, zilver, edelstenen, hout, hooi of stro, 13 ieders werk zal openbaar worden. De dag zal het namelijk duidelijk maken, omdat die in vuur verschijnt. En hoe ieders werk is, zal het vuur beproeven. 14 Als iemands werk dat hij op het fundament gebouwd heeft, standhoudt, zal hij loon ontvangen.15 Als iemands werk verbrandt, zal hij schade lijden. Hijzelf echter zal behouden worden, maar wel zo: als door vuur heen.

Christus zelf heeft voor hen betaald met Zijn bloed en Zijn lichaam. Zijn plaatsvervangend lijden en sterven was ons oordeel, daarom is de opstanding ten leven geen opstanding ten oordeel. De beoordeling heeft reeds plaatsgevonden voor de rechterstoel van Christus. Degenen die geroepen worden op te staan in de eerste opstanding worden opgewekt ten leven.

Concluderend mogen we dus stellen dat er een eerste opstanding is van tussen de doden uit, van de rechtvaardigen ten leven die heersen met Christus, en er is een opstanding van de overige doden, dat zijn de onrechtvaardigen ten oordeel die niet ingeschreven staan in het boek des levens.

In de opstandingen is dan ook een bepaalde volgorde te ontdekken. Kol. 1 : 18 zegt dat Christus de eerstgeborene uit de doden is.
De eersteling is Christus (1 Kor. 15 : 23)

Matth. 27 : 52 en 53 leert ons dat er na de opstanding van Christus reeds een voorvervulling plaats heeft gevonden, want na Zijn opstanding werden de graven geopend en vele lichamen der heiligen, die ontslapen waren werden opgewekt. En uit de graven uitgegaan zijnde, na Zijn opstanding, kwamen zij in de heilige stad, en zijn velen verschenen.

Zo verwonderlijk is het dan ook eigenlijk niet dat er verschillende opstandingen in de Bijbel gekend worden.
We zien er reeds een teken van als de Heere Zelf opstaat. Zoals de Heere verscheen aan de Zijnen, verschenen deze opgestane heiligen aan velen.

1 Thess. 4 : 15 – 17 zegt ons dat die in Christus gestorven zijn eerst zullen opstaan. Zij zullen de levenden niet voorgaan. Dat is dus de komende eerstvolgende opstanding.
Hetzelfde Bijbelgedeelte leert ons dat de levend overgeblevenen tezamen met hen opgenomen zullen worden in de wolken, de Heere tegemoet in de lucht, en alzo zullen wij altijd met de Heere wezen. Vers 18 zegt dan ook, wat een troost. In die verwachting mag een gelovige leven, dat hij opgenomen mag worden in heerlijkheid, hetzij door de dood, hetzij door de opname van gelovigen. Is dat ook uw hoop, dat u de Heere tegemoet mag gaan in de lucht en zo voor altijd met Hem verbonden mag worden. Ik hoop dat u iets van de Heere kent, zodat uw verlangen daar naar uit mag gaan, want dan wacht u een heerlijke toekomst.

De pre-tribulationisten (tribulation=verdrukking) geloven dat de opname van de gemeente voor de grote verdrukking plaats zal vinden, daar zij de grote verdrukking zien als een periode van de toorn van God die over de gehele wereld gaat komen en daar zullen gelovigen niet mee geconfronteerd worden. Gelovigen zullen voor die tijd weggenomen worden door een verschijning van onze Here Jezus Christus in de lucht.

Op. 20 : 4 leert ons dat er nog een groep is die opgewekt wordt ten leven en dat zijn de martelaren uit de grote verdrukking, die opgewekt zullen worden bij de wederkomst van de Heere op de Olijfberg na de grote verdrukking. De post-tribulationisten, oftewel de pre-chiliasten (Chiliasme, staat voor 1000 jarig rijk) geloven dat deze opname na de grote verdrukking plaats zal vinden en samen valt met de martelaren uit de grote verdrukking, dus bij de wederkomst van Christus.

Op. 20 : 12 en 13 leert ons de laatste groep kennen, dat zijn de overige doden uit vers 5 die voor de grote witte troon staan om geoordeeld te worden. En zo iemand niet gevonden werd geschreven te zijn in het boek des levens, die werd geworpen in de poel des vuurs. Dit is de tweede dood.

Verschrikkelijk om aan te denken, stel je voor geworpen te worden in die poel, waar wening en knersing der tanden zal zijn. De eeuwige Godverlatenheid van waaruit nooit geen redding meer zal zijn. Waar de worm knaagt en de wroeging kwelt en van waaruit geen weg terug meer is. Bekeert u dan tot Hem, Die macht heeft om de graven te openen ten leven of ten oordeel.

Christus Zelf zegt in Joh. 5 : 24, Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u; Die Mijn Woord hoort, en gelooft Hem, Die Mij gezonden heeft, die heeft het eeuwige leven en komt niet in de verdoemenis, maar is uit de dood overgegaan in het leven.

We hebben de volgende opstandingen gezien:

Lazarus: werd uit de dood opgewekt en teruggebracht het dagelijkse leven om later weer te sterven.

Jezus werd opgewekt en is opgevaren naar de Vader
Vele rechtvaardigen stonden op t.t.v. de opstanding van Jezus en zijn opgenomen in het paradijs, de derde hemel.

De in Christus gestorvenen zullen opstaan wanneer de Heer komt om Zijn gemeente thuis te halen. Jezus droeg Gods toorn in hun plaats. De dan levende gelovigen zullen veranderd worden en met de in Christus gestorvenen voor altijd bij de Heer zijn. Jezus droeg Gods toorn in hun plaats.

De martelaren uit de Grote Verdrukking onder het altaar zullen opstaan bij het begin van het 1000 jarig rijk. Ook zij zijn gewassen in het bloed van het Lam.

De overige doden zullen opstaan en geplaatst worden voor de grote witte troon, waarna zij geworpen zullen worden in de poel van vuur en zwavel, want de boeken maakten openbaar dat hun werken zondig waren waardoor zij deze veroordeling verdienen.