“En de stad lag in het vierkant en haar lengte was even groot als haar
breedte; en hij mat de stad met de stok: twaalfduizend stadiën;
haar lengte en haar breedte en haar hoogte waren gelijk.”
Openbaring 21:16Een stad is altijd een plaats vol dynamiek. De stad trekt aan en veel mensen trekken in onze tijd naar de steden. We horen dat het platteland ontvolkt. Zelfs in ons land zijn er gebieden waar mensen wegtrekken. De stad biedt vertier en allerlei aeiding. De stad biedt ook werk, kantoren en bedrijven vestigen zich bij voorkeur opvallend langs de snelwegen, zodat ze goed opvallen bij de mensen. De stad is voor velen een plaats waar ook zonde en ongerechtigheid wordt gevonden. In onze wereld is dat zeker waar, dat heeft alles te maken met de zonde die heeft ingebroken en alle mensen heeft besmet.
We lezen in de Bijbel veelvuldig over twee steden. Die steden zijn elkaars tegenpool. Het wezen en karakter van die twee steden zijn zo verschillend dat ze elkaar niet verdragen. We denken aan de stad van de mens, het oude Babel. In eerdere hoofdstukken lazen we over die stad en haar vernietiging. Die vernietiging zal compleet en volkomen zijn. Tegenover die stad van de mens waarin de menselijke cultuur en zonde hoog ligt opgestapeld zien we het hemelse Jeruzalem. Niet het aardse Jeruzalem, want al stonden daar de tempels en regeerden daar koningen als David en Salomo, het was en is altijd nog een stad gelijk aan de andere steden van de wereld. Er heerst zonde. Het hemelse Jeruzalem is heel anders, niets ‘aards’, niets dat aan de zonde herinnert zal er gevonden worden. De maten van de stad geven een enorme omvang weer. We moeten denken aan de afstand tussen Amsterdam en Moskou. Dat is dan één zijde van het vierkant en de hoogte is daaraan weer gelijk. Sommigen denken dat de stad kubusvormig is, anderen denken dat het om een piramidevorm gaat. Beide opties zijn mogelijk. Feitelijk valt het buiten ons voorstellingsvermogen. Paulus schreef al, wat geen oog heeft gezien en wat geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen (1 Corinthe 2:9). Dat alles is bereid voor degene die God liefhebben. De vraag is belangrijk, “hebt u God lief?”